Tolteekse meditaties

26. De parasiet en de bondgenoot

In de traditie van de Tolteken maken we soms gebruik van de begrippen ‘parasiet’ en ‘bondgenoot’ in het kader van een discussie over het karakter van de geest. De parasiet vertegenwoordigt een geest die wegkwijnt in een relatie van gelijktijdige strafoplegging en onderwerping. Stel je een rechter en een slachtoffer voor, symbolen voor voorwaardelijke liefde en domesticatie. De rechter voert de wetten uit waarnaar jij jezelf hebt gevormd door de voorwaarde voor de liefde voor jezelf voor te schrijven, terwijl het slachtoffer, onderworpen aan de rechter, al zijn waarnemingen vervormt om tegemoet te komen aan de inzichten van de rechter. Deze afhankelijke en slecht functionerende relatie vormt het parasitaire karakter van de geest.

De bondgenoot vertegenwoordigt een geest die niet aan de voorwaardelijke liefde van de parasiet is onderworpen en die geneigd is de wereld vanuit een niet-vertekend standpunt waar te nemen. Hij wordt bondgenoot genoemd, omdat hij ons de informatie verschaft die we nodig hebben om met bewustzijn te leven. Wanneer ik de wereld door de ogen van de parasiet zie, is er sprake van disharmonie in mijn leven. Als de bondgenoot spreekt, is er harmonie. Zowel de bondgenoot als de parasiet bestaat in mij en in jou, als afspiegeling van de geest, van het geheel. Jezelf onvoorwaardelijk liefhebben betekent dat je accepteert dat je beide in je hebt.

Oefening

Je kunt – met bewustzijn – de manier waarop je in het leven wilt staan kiezen. Je kunt leven door de ogen van de parasiet of door de ogen van de bondgenoot. Die keuze is een uitdrukking van je vrije wil.